dinsdag 2 december 2014

Laatste restjes

Broodbeleg in potten heeft een opvallende gelijkenis met radioactief materiaal. (Dit geldt voor meer voedingsmiddelen, en voor meer verpakkingsvormen dan de glazen pot, maar in deze combinatie is de gelijkenis het treffendst.) Ik doel hierbij niet op de gezondheidseffecten of milieutechnische aspecten, maar op het tempo waarin het verdwijnt.

Een radioactieve stof, zoals u wellicht weet, heeft een halveringstijd: de tijd waarin de helft van het oorspronkelijke materiaal is vervallen. Voor uranium bijvoorbeeld is de halveringstijd viereneenhalf miljard jaar, de variant van jodium die geneeskundig wordt gebruikt verdwijnt voor de helft in acht dagen.

Welnu, mij (en met mij waarschijnlijk vele anderen) is opgevallen dat ook broodbeleg in potten een halveringstijd kent. De pot wordt half leeggemaakt in een vast aantal dagen, en na nog eens dat aantal dagen is er nog een kwart over. Wacht je nog eens dezelfde tijd, dan blijkt de pot nog voor een achtste gevuld te zijn. Dit is ongeacht de grootte van de pot en ongeacht de populariteit van het beleg in kwestie.

Een gevolg is ook dat het een eeuwigheid duurt voordat de pot leeg genoeg is om hem weg te doen.

Omdat mijn waarnemingen alleen nog zijn gedaan in een gezin met kinderen noem ik dit de speciale halveringstijdtheorie. Te zijner tijd, als de kinderen de deur uit zijn, hoop ik deze te kunnen generaliseren tot de algemene halveringstijdtheorie.

In tegenstelling tot radioactieve stoffen is de halveringstijd van broodbeleg geen natuurconstante, maar hangt ze van omstandigheden en omgeving af. In mijn gezin, bijvoorbeeld, is de halveringstijd van een pot Nutella ongeveer een dag; in uw gezin kan dat best anders zijn.