maandag 30 maart 2015

Encore

Als mijn longen barsten en mijn lijf uit zichzelf probeert adem te halen weet ik dat het afgelopen is. Het water stokt in mijn keel, mijn longen blijven worstelen. Doodsnood. Haast opgelucht voel ik mijn bewustzijn wegglippen.

Donker. Dan verschijnt een flauw verlicht filmdoek.

Naast me zit een gedaante in een zwarte mantel. Het bleke gezicht in de kap draait opzij.

“Nog niet afgelopen”, fluistert ze. “Je leven trekt nog eens aan je geestesoog voorbij.”

Ik kijk de film van mijn leven. Kindertijd, eerste kus, mislukte carrière, de verlating... De sprong in het koude water. Ik dobber nog even voor ik zink.

De laatste scène: met het meisje in de filmzaal van mijn leven. Ze fluistert: “Nog niet afgelopen.”

Encore.


Geschreven voor en eerder gepubliceerd op 120w.

zondag 29 maart 2015

Droomland

Er is een land, het is niet ver
geen millimeter hiervandaan
Sluit je ogen en dan ben je er
achter je oogleden. Zullen we gaan?

Het is er zacht en fijn en warm
Er is zonneschijn en vogelzang
We lopen samen arm in arm
of zitten innig wang aan wang

Anderen zijn slechts figurant
In dit land gaat het om ons twee
Er zijn geen tranen of trammelant
Kom, ik neem je daarnaar mee

We zullen er steeds samen zijn
en kussen zolang de adem reikt
We dansen, praten, maken gein
en vrijen alsof er niemand kijkt

Dit is ons land. En elke keer
als ons oog zich sluit, hetzij
knippert, zijn wij daar weer
Ook in de slaap - of de laatste keer
dat ze toegaan. Dan blijven wij.

maandag 23 maart 2015

5:25

Er zijn altijd al mensen geweest die het van zichzelf wisten. Mensen die begrepen dat die specifieke passage letterlijk genomen moest worden. Nu ook de wetenschap dit ontdekt had en de techniek de middelen had aangereikt, eisten eerst verzekeraars, toen planners, en tenslotte de politiek dat deze kennis gebruikt zou worden.

Voor Daniël, van middelbare leeftijd (gezet, slappe huid, kale kruin) en matige gezondheid, komt het geklepper van de brievenbus als een donderslag. Met lood in de schoenen loopt hij door de gang, naar de voordeur, naar de envelop op de deurmat. Het vonnis.

Hij opent de envelop met trillende handen en ontvouwt de brief.

Een bevende zucht. Opgelucht leest hij het getal onder de woorden “Uw dagen zijn geteld:”.


Geschreven voor en eerder gepubliceerd op 120w.

maandag 16 maart 2015

Prediker

Dat je mijn baard haat maakt hem nog geen haatbaard.
Mijn baard is Liefde.

Teder en beschermend omhult hij mijn zwakke kaak en afwezige kin. Hij streelt langs je wang als ik je kus, of kriebelt de binnenkant van je dijen.
Als de baard van de Profeet is hij, of die van de Verlosser. Soms vraag ik me af of de baard van Hem die het Leven en het Licht is ook gezegend was met zoveel leven als de mijne.

Want mijn baard is het thuis, het ecosysteem van veel leven. Het herbergt, naast de microben die natuurlijk perfect gedijen in de vochtig-broeierige omgeving, verscheidene soorten luizen en mijten. Het krioelt. Nooit ben ik alleen.

Ach, had ik maar borsthaar.


Geschreven voor en eerder gepubliceerd op 120w.

maandag 9 maart 2015

Blauw

Ik ben de losse portretten beu en heb een wissellijst gekocht. Het ritueel: elke dag plaats ik in de lijst de foto van de vrouw die ik die dag gedenk.

Maandag Hannah, dinsdag Laura.

Binnenshuis neem ik het lijstje mee waar ik ook ga. Ook naar de wc, en naar de badkamer waar de weerschijn van de blauwe tegels alles een blauwe gloed geeft, ook mijn witte baard.

Woensdag Sylvia, donderdag Louise. Ik herdenk ze.

Ah, Louise wachtte niet tot ik de kelder klaar had maar dwaalde door het huis en vond die ándere foto’s. Voorbereid, verzette ze zich. Het werd een bende. Ik moest de vloerbedekking vervangen.

Vrijdag Barbara, zaterdag Thelma.

Ik heb nog geen foto voor de zondag.


Geschreven voor en eerder gepubliceerd op 120w.

maandag 2 maart 2015

Nestje

Hij had het perfect geregeld. Met het meisje van de ski-les de bergen in, wetend dat een zware sneeuwstorm eraan kwam. Goed getimed aankomen bij de schuilhut die hij al bevoorraad had, met hapjes, dekens en een zachte matras.

En hier waren ze. Ze begon al te ontdooien en het haardvuur maakte dat wat kleding was afgelegd. Nu nog drank om het ijs te breken.

Shit. Dat lag in het schuurtje. Dapper ploeterde hij door de sneeuwstorm, dook rillend de kast in en tastte naar de flessen.

Met een klap woei de deur dicht. Niet meer open te duwen. Steeds meer sneeuw hoopte zich ertegenop. Het koude besef brak door dat hij dagen zou vastzitten in een onverwarmd schuurtje. Alleen.


Geschreven voor en eerder gepubliceerd op 120w.